Laat de rozijnen en de krenten geruime tijd weken in water, minimaal 2 uur. Ik zet de krenten en rozijnen zelf de avond ervoor in het water, en laat de krenten en rozijnen gedurende 12 tot 14 uur weken.
Zeef de bloem boven een grote kom, en meng een snufje zout door de bloem. Voeg ei, gist en de melk door de bloem, en klop dit met een mixer tot een glad beslag. Klop het gedurende een aantal minuten door.
Schil de appels en verwijder het klokhuis. Snij de appels in kleine blokjes. Je kunt de appels ook raspen.
Giet de krenten en rozijnen af in een vergiet, en laat dit uitlekken.
Meng de stukjes appel, de krenten, en de rozijnen door het deeg.
Pak een schone theedoek, en doe deze over het beslag. Zet het beslag op een warme en tochtvrije plek, en laat het deeg minimaal een uur rijzen. Verhit de olie in een frituurpan of in een gewone pan op het fornuis, tot ongeveer 180 graden. Schep met twee lepels of met een ijslepel voldoende beslag, en doe dit voorzichtig in de hete olie. Om te zorgen dat het deeg makkelijk van de lepel gaat, hou je vooraf de lepels even in de hete olie.
Draai als dat niet vanzelf gaat, de oliebollen na een paar minuten om in de olie. Bak de oliebollen gedurende ongeveer 4 a 5 minuten. Er kunnen overigens meerdere oliebollen gelijkertijd in de olie.