Doe de mix voor witbrood en de boter in een grote kom, en voeg ook het lauwwarme water toe.Kneed het deeg met de handen of met een mixer met deeghaken gedurende een minuut of 5 goed door, totdat een deeg is ontstaan dat mooi soepel is.Dek de kom met deeg met een schone theedoek af, en laat het deeg 15 minuten rijzen. Denk er om dat er geen tocht of koude lucht bij het deeg mag komen. De kamer of keuken moet op kamertemperatuur zijn.
Smelt de 15 gram boter langzaam in een steelpan, en voeg het kaneelpoeder toe. Meng goed met een garde.
Bestuif het werkblad met de bloem en rol het deeg uit tot een vierkante lap van ongeveer 1 centimeter dikte.
Verdeel nu de gesmolten boter over de lap deeg. Bijvoorbeeld met een kwast of mes. Strooi de basterdsuiker over de boter.
Rol de lap deeg op over de gehele lengte, en snij de rol in stukken. Je kunt er tussen de 10 en 12 kaneelbroodjes van snijden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en verdeel de broodjes over het bakpapier. Laat de broodjes nog even gedurende 25 minuten rijzen op kamertemperatuur.Plaats de bakplaat in de oven en bak de broodjes ongeveer 25 minuten.